De ADR-, RID- en ADN-regelgevingen bestrijken het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, het spoor en de binnenwateren. Ze omvatten voorschriften voor classificatie, verpakking, etikettering, documentatie, belading, lossing en veiligheidsmaatregelen
Deze wetten zorgen ervoor dat het transport op een veilige, gestandaardiseerde manier gebeurt, ter bescherming van mens, milieu en infrastructuur. Ook training van personeel en noodprocedures maken deel uit van de regelgeving.
ADR, RID en ADN geven aan wanneer een bedrijf een veiligheidsadviseur moet aanstellen
1.8.3 Veiligheidsadviseur
1.8.3.1 Elke onderneming waarvan de bedrijvigheid de verzending of het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, of het daarmee samenhangende verpakken, beladen, vullen of lossen omvat, moet een of meer veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen, benoemen, die ermee zijn belast te helpen bij de preventie van de aan dit soort activiteiten verbonden gevaren voor de veiligheid van personen, bezittingen en het milieu.
Om een certificaat als ADR, RID of ADN veiligheidsadviseur gevaarlijke stoffen te behalen, moet men een examen afleggen bij het CBR. Het certificaat is vijf jaar geldig. Daarna moet een verlengingsexamen worden afgelegd.